Parodiagram toevoegen
-
Open het paro tabblad voor de desbetreffende patiënt.
-
Klik op ‘+1’ in het linkervenster.
-
Het Toevoegen parodiagram scherm is nu zichtbaar.
-
Geef het parodiagram een naam door een titel in te vullen.
-
Gebruik de tab-knop om naar het eerste gedeelte te gaan dat moet worden ingevuld.
-
Vul alle gegevens in en klik op ‘OK’ om op te slaan.
-
De parodiagram naam is nu zichtbaar in het linkervenster.
U kunt nu het diagram selecteren zodat het als alleen-lezen zichtbaar wordt aan de rechterkant of het diagram bewerken, afdrukken, e-mailen of verwijderen.
Paro gegevensinvoer
Druk op de tab-knop op het toetsenbord om naar de pocketdiepte van de 1e sectie te gaan (de sectievolgorde is zoals ingesteld bij Paro tabblad configureren).
Voer de gegevens in volgens de onderstaande procedure:
Om een getal op het parodiagram in te voeren en de cursor naar het volgende vak te verplaatsen
Druk op een cijfertoets om een waarde (van 0-9) in het huidige vak in te voeren. Hierdoor wordt de cursor naar het volgende vak verplaatst.
Voor pocketdiepte houdt u het nummer ingedrukt en hierdoor schakelt u tussen het nummer en het nummer +10. Laat de cijfertoets los wanneer de juiste waarde wordt weergegeven
Voor recessie zal het ingedrukt houden van het getal heen en weer gaan tussen het getal, het getal +10, het getal –10 en dan weer terug naar het getal (bijvoorbeeld 6, 16, -6 en 6). Laat de cijfertoets los wanneer de juiste waarde wordt weergegeven.
Verplaats de cursor naar het vorige/volgende vak zonder een getal in te voeren
Druk op pijl naar links op het toetsenbord om de cursor naar het vorige vak te verplaatsen zonder een waarde in het huidige vak toe te voegen.
Druk op pijl naar rechts op het toetsenbord om de cursor naar het volgende vak te verplaatsen zonder een waarde in het huidige vak toe te voegen.
Verplaats de cursor naar het recessie of pocketdiepte vak boven of onder het huidige vak
Druk op pijl naar boven op het toetsenbord om de cursor naar het recessie of pocketdiepte vak boven het huidige vak te verplaatsen.
Druk op pijl naar onder op het toetsenbord om de cursor naar het recessie of pocketdiepte vak onder het huidige vak te verplaatsen.
Om plaque aan of uit te zetten voor de huidige positie
Klik met de linkermuisknop in het veld Plaque of druk op '-' op het toetsenbord om te wisselen tussen plaque aan of uit.
Om pus aan of uit te zetten voor de huidige positie
Druk op '/' op het toetsenbord om te wisselen tussen pus aan of uit.
Bloeding noteren voor de huidige positie
Druk op '*' op het toetsenbord om te wisselen tussen puntbloeding, volledige bloeding of geen bloeding.
Om de stand van de tandprognose vast te leggen
Druk op '.' op het toetsenbord om de tand van prognosetoestand te laten wisselen: leeg, positief, negatief of neutraal.
Om de mobiliteit vast te leggen
Klik met de linkermuisknop in het mobiliteitsveld om te wisselen tussen geen mobiliteit, 0, 1, 2 en 3.
Furcaties vastleggen
Klik met de linkermuisknop in het furcatieveld om te wisselen tussen leeg, I, II en III.
Om de invoer op de huidige positie te verwijderen en de cursor op die positie te houden
Klik op ‘delete’ op het toetsenbord om de invoer te verwijderen. De cursor zal niet bewegen.
Opmerkingen
0 opmerkingen
U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.